Chemotherapie
Chemotherapie is een behandelmethode van kanker waarbij gebruikgemaakt wordt van cytostatica (celgroeiremmers). Dit zijn medicijnen die de groei van kankercellen belemmeren en tot staan brengen. Er zijn tientallen soorten cytostatica. Kankercellen verschillen wat betreft gevoeligheid voor een bepaald cytostaticum. Om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken, wordt daarom vaak een combinatie van verschillende cytostatica toegepast. Cytostatica hebben de grootste kans op slagen als er een beperkt aantal tumorcellen aanwezig is. Dat is bijvoorbeeld het geval als een grote tumormassa eerst wordt behandeld met radiotherapie of chirurgie.

 

Dan kunnen daarna de uitzaaiingen behandeld worden met cytostatica.
Soorten cytostatica:
- Alkylerende cytostatica. Deze stoffen verstoren de celdeling van de DNA-strengen in de celkern die essentieel is voor de celdeling.
- Antimitotische cytostatica. Deze middelen beïnvloeden de celdeling door de bouwstenen van de cel te beïnvloeden.
- Antimetabolieten. Deze stoffen beïnvloeden de lichaamseigen stoffen die een rol spelen bij de stofwisseling (zoals DNA-bouwstenen). Tijdens de celdeling worden deze DNA-bouwstenen ingebouwd, waardoor de celdeling verstoord wordt.
- Antitumorantibiotica. Deze stoffen worden door micro-organismen gemaakt, net zoals antibiotica. Door het DNA te beschadigen wordt de celdeling geremd.
- Topo-isomeraseremmers. Deze middelen remmen de enzymen af die een rol spelen bij de regulatie ban de (ruimtelijke) vorm van het DNA (in de verschillende fasen van de celdeling)
- Overige cytostatica. Er zijn meerdere soorten cytostatica. Sommige zijn gebaseerd op enzymsoorten of bevattend platina die de celdeling beïnvloeden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb