Machteloosheid
De voortgang van de ziekte kanker kan zorgvragers een gevoel van machteloosheid geven. Ze worden neerslagtig, passief en toen uitspraken over gebrek aan contrile of invloed. De machteloosheid kan zo groot worden dat er een depressie tot gevolg kan zijn.

Interventies:
• Het doel is om de controle van de zorgvrager over de (nieuwe) situatie te herstellen
• De zefstandigheid van de zorgvrager bevorderen/behouden
- Betrek de zorgvrager bij het bepalen van de zorgactiviteiten (opstellen van het behandelplan met de arts, verpleegplan, procedures). Hierdoor krijgt hij meer invloed op de situatie
- Laat de zorgvrager zijn vragen over de behandeling opschrijven. Dit geeft hem een gevoel van controle. Op deze manier kan hij zijn vragen zelf stellen aan de behandelend arts.
- Verken met de zorgvrager in hoeverre hij regie wil blijven houden over het bovenstaande. Resprecteer de keuzes van de zorgvrager hierin
• Informeer de zorgvrager en zijn (directe) sociaal netwerk
- Informeer hen over het ontstaan van machteloosheid. Het komt voor dat zorgvragers denken dat ze geen invloed hebben op bijvoorbeeld de dagindeling tijdens een opname. Een zorgvrager zegt dna bijvoorbeeld: ‘ik ben overgeleverd aan jullie. Maak de zorgvrager ervan bewust dat hij mee mag beslissen over de zorgverlening.
- Geef aan dat de psycholoog of maatschappelijk werker kan worden geconsulteerd.